In de gemeenteraad werd tijdens de maand juni het financieel eindresultaat van het boekjaar 2016 ter goedkeuring voorgelegd. Het ziet eruit alsof we sedert 2014 gestaag een zwarte periode afsluiten.

Een periode waarin sedert jaren niet geïnde lokale belastingen noodgedwongen als uitzonderlijk verlies werden geboekt.  Een periode waarin buitensporige investeringen niet alleen de schuldgraad ongezien deed stijgen maar ook de beschikbare eigen middelen tot een dieptepunt deed dalen. Een periode waarin een voorzienbare hoge brandweerfactuur de kosten eensklaps deed exploderen. Tevens een periode waarin de inning van de personenbelasting een voorspelde vertraging opliep wat zorgde voor heel wat minder inkomsten.

Het boekhoudkundig eindresultaat van 2016 is inderdaad positief. Voor het derde jaar op rij stijgt het overschot.  Dit is hoofdzakelijk het resultaat van een stijging van de fiscale inkomsten en een daling van de werkingssubsidies.
De in 2015 doorgevoerde belastingsverhoging is echter maar deels de oorzaak van de stijging van de fiscale inkomsten. De stijging is veeleer het resultaat van een vervroegde inning van de personenbelasting door de federale overheid.  Een tijdelijke meevaller voor alle gemeenten want het effect van vervroegde inning zal vervagen waardoor er rekening moet worden gehouden met minder fiscale inkomsten de volgende jaren.
Niettegenstaande de belangrijkste kosten verhogen, daalt het geheel aan kosten in 2016. Dit is toe te schrijven aan de daling van de werkingssubsidies door het niet betalen van de brandweerfactuur voor de werking tijdens de jaren 2011 tot en met 2014.  De gemeente gaat namelijk niet akkoord met de berekening ervan en heeft beroep aangetekend.  In 2017 zal hierdoor de totale brandweerfactuur meer dan waarschijnlijk oplopen tot 1.3 miljoen euro.

Alhoewel de gemeente eind 2016 ongeveer 6.8 miljoen euro in kas had, werd dit niet gebruikt om de leningslast van onze gemeente verder af te bouwen. De leningslast was nog steeds meer dan 23 miljoen euro groot. Met de lokale verkiezingen voor de deur zorgde men daarentegen voor een oorlogskas om de komende vloed aan investeringen te kunnen financieren.

De kentering wordt derhalve niet ondersteund door structurele ingrepen vanuit het bestuur. Bovendien zal dit en het volgend jaar terug volop geïnvesteerd worden. Hierdoor is het onwaarschijnlijk dat de huidige positieve trend in de nabije toekomst kan worden aangehouden.